Einde inhoudsopgave
Rijkswet Kustwacht voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten alsmede voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2009
- Bronpublicatie:
25-02-2008, Stb. 2008, 98 (uitgifte: 08-04-2008, kamerstukken: 30531)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-01-2009, Stb. 2009, 114 (uitgifte: 12-03-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Sociale veiligheid
1.
Voor zover zulks redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van de toezichthoudende en opsporingstaken zijn de commandant en de door hem aangewezen opvarenden bevoegd:
- a.
onverminderd het bepaalde in artikel 6, zich zonder toestemming toegang te verschaffen tot iedere plaats op het vaartuig;
- b.
plaatsen, daaronder begrepen ladingen, te doorzoeken,
- c.
zaken te onderzoeken en daartoe verpakkingen te openen,
- d.
van zaken monsters te nemen alsmede die zaken te wegen en te meten, of
- e.
zaken voor nader onderzoek tijdelijk mee te nemen of te doen meenemen naar het kustwachtschip.
2.
De houder van de zaken, bedoeld in het eerste lid, onder c, d en e is alsdan verplicht op eerste vordering van de in het eerste lid genoemde personen medewerking te verlenen overeenkomstig de hem door deze personen gegeven aanwijzingen en, indien door hen gevorderd, de nodige hulpmiddelen en bijstand kosteloos te verlenen.
3.
Wordt aan een van de in het tweede lid vermelde verplichtingen niet voldaan, dan kunnen de personen, bedoeld in het eerste lid, op kosten en risico van de houder in het nodige voorzien. Tot verhaal van de kosten, bedoeld in de vorige volzin, zijn de landen van het Koninkrijk gelijkelijk bevoegd.