JWB 2009/65
Civiel
HR 27-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1634
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 februari 2009
- Zaaknummer
C07/188HR
- LJN
BH1634
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH1634, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH1634, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑02‑2009
- Wetingang
Art. 81 RO; art. 3:105 BW
Essentie
Civiel
Samenvatting
Casus
Deze zaak betreft de vraag of het perceel grenzend aan de westzijde aan het perceel toebehorend aan thans verweerster in cassatie (Hismar) en aan de zuidzijde aan het perceel destijds toebehorend aan thans eiser tot cassatie sub 1, door verkrijgende verjaring in eigendom is overgegaan op genoemde eiser. Het gaat daarbij om de zogenaamde "extinctieve verjaring" van art. 3:105 BW, dat bepaalt dat hij die een goed bezit op het tijdstip waarop de verjaring van de rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit wordt voltooid, dat goed verkrijgt ook al was zijn bezit niet te goeder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.