NJB 2014/2219
Verzekering. Subrogatieverbod. Bij een verkeersongeval van een door A bestuurde auto, loopt inzittende B letsel op. A en B zijn werkzaam bij dezelfde werkgever: A als uitzendkracht en B krachtens een arbeidsovereenkomst met de werkgever. Dient A voor de toepassing van het subrogatieverbod van art. 7:962 lid 3 BW te worden aangemerkt als een persoon die in dienst staat tot dezelfde werkgever als B? HR: Neen. De wetgever heeft een formeel-juridisch begrip ‘werkgever’ in art. 7:962 lid 3 BW voor ogen gestaan
HR 28-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3461
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 november 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
14/00821
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3461, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1769, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑01‑2014
- Wetingang
(BW art. 7:962 lid 3)
Essentie
Verzekering. Subrogatieverbod. Bij een verkeersongeval van een door A bestuurde auto, loopt inzittende B letsel op. A en B zijn werkzaam bij dezelfde werkgever: A als uitzendkracht en B krachtens een arbeidsovereenkomst met de werkgever. Dient A voor de toepassing van het subrogatieverbod van art. 7:962 lid 3 BW te worden aangemerkt als een persoon die in dienst staat tot dezelfde werkgever als B? HR: Neen. De wetgever heeft een formeel-juridisch begrip ‘werkgever’ in art. 7:962 lid 3 BW voor ogen gestaan
Partij(en)
Anderzorg, adv. mr. K. Teuben, vs. A en London, adv. mr. R.A.A. Duk.