Einde inhoudsopgave
Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties
Artikel 2:35 (doortocht veroordeelden)
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2012
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 333 (uitgifte: 19-07-2012, kamerstukken: 32885)
- Inwerkingtreding
01-11-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-08-2012, Stb. 2012, 373 (uitgifte: 23-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Materieel strafrecht / Sancties
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
Veroordeelden die, ten behoeve van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak, van de ene lidstaat van de Europese Unie worden overgebracht naar de andere lidstaat van de Europese Unie, kunnen met toestemming van Onze Minister over Nederlands grondgebied worden vervoerd.
2.
De toestemming van Onze Minister kan worden gegeven op verzoek van de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat. Het verzoek gaat vergezeld van een afschrift van het ingevulde certificaat. Onze Minister kan de bevoegde autoriteit van de uitvaardigende lidstaat verzoeken om een vertaling van het certificaat in het Nederlands of in een andere officiële taal van de Europese Unie.
3.
Onze Minister beslist binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst van het verzoek of na ontvangst van de vertaling, bedoeld in het tweede lid.
4.
Onze Minister kan de toestemming weigeren in gevallen, waarin de veroordeelde in Nederland gesignaleerd staat voor strafrechtelijke doeleinden of ter fine van overlevering aan een andere lidstaat dan die van bestemming, aan het Internationaal Strafhof of aan een ander internationaal tribunaal of ter fine van uitlevering aan een derde staat.