ABRvS, 25-02-2022, nr. 202200763/3/R4 en 202200763/4/R4
ECLI:NL:RVS:2022:595
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
25-02-2022
- Zaaknummer
202200763/3/R4 en 202200763/4/R4
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RVS:2022:595, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 25‑02‑2022
Uitspraak 25‑02‑2022
Inhoudsindicatie
[appellanten sub 1], Waterschap Fryslân, het college van gedeputeerde staten van Fryslân, [appellant sub 4], het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel en andere en [appellant sub 6A] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit gewijzigd winningsplan Tietjerk van de minister van Economische Zaken en Klimaat van 29 december 2021, kenmerk DGKE-WO/V-6194.
202200763/3/R4 en 202200763/4/R4.
Datum beslissing: 25 februari 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen van:
1. [appellant sub 1A] en [appellant sub 1B], wonend te [woonplaats],
2. het dagelijks bestuur van het Waterschap Fryslân,
3. het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
4. [appellant sub 4], wonend te [woonplaats],
5. het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel, en andere,
6. [appellant sub 6A], wonend te [woonplaats], en anderen,
appellanten,
en
de minister van Economische Zaken en Klimaat,
verweerder.
Procesverloop
[appellanten sub 1], Waterschap Fryslân, het college van gedeputeerde staten, [appellant sub 4], het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel en andere en [appellant sub 6A] en anderen hebben beroep ingesteld tegen het instemmingsbesluit gewijzigd winningsplan Tietjerk van de minister van 29 december 2021, kenmerk DGKE-WO/V-6194.
Het college van burgemeester en wethouders van Tytsjerksteradiel en andere hebben de voorzieningenrechter ook verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De minister heeft een gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht meegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft een vertrouwelijk aan de minister overgelegde bijlage bij de aanvraag van Vermilion Energy Netherlands B.V. om in te stemmen met het winningsplan Tietjerk van 28 april 2020.
Overwegingen
1. De minister heeft de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van het vertrouwelijke deel kennis zal nemen.
2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het (hoger) beroep relevante informatie. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden. Zie de overzichtsuitspraak van de Afdeling van 10 juni 2020 onder 7, ECLI:NL:RVS:2020:1367.
3. De minister heeft ter motivering van het verzoek, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 19 april 2010 (ECLI:NL:RVS:2010:BM2590), aangevoerd dat het vertrouwelijke deel van het winningsplan vertrouwelijk meegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens bevat.
4. De Afdeling heeft van het vertrouwelijke stuk kennis genomen. Het stuk bevat informatie over diverse volume-parameters en over verwachte kosten voor onderhoud en bedrijfsvoering. Aldus bevat het vertrouwelijk deel wetenswaardigheden over de bedrijfsvoering en de bedrijfskosten van Vermilion. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het belang om het door Vermilion vertrouwelijk aan de minister verstrekte deel van het winningsplan Tietjerk niet aan derden te verstrekken zwaarder dan het belang dat de andere partijen kennis nemen van dit deel. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de andere partijen door de beperkte kennisneming niet wezenlijk in hun procesvoering worden belemmerd.
5. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. M. Priem, griffier.
Het lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
Uitgesproken in het openbaar op 25 februari 2022
646