NJB 2020/2239:Degene die een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doet, art. 69 lid 2 AWR: als pleger van dit strafbaar feit moet worden aangemerkt degene die tot het doen van de aangifte gehouden is. Die gehoudenheid kan worden vastgesteld bij eenieder die tot het doen van aangifte is uitgenodigd als voorzien in art. 8 lid 1 AWR. Een als aangifte ingediende gegevensdrager kan uitsluitend worden aangemerkt als een ‘bij de belastingwet voorziene aangifte’ indien die aangifte is gedaan door degene op wiens belasting- of betalingsplicht die aangifte betrekking heeft, of door degene die uit hoofde van de art. 42 tot en met 44 AWR als vertegenwoordiger van de belasting- of betalingsplichtige kan optreden. Buiten deze gevallen kan geen sprake zijn van het als pleger strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor het onjuist of onvolledig doen van een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in art. 69 lid 2 AWR. In casu is aldus onjuist ‘s hofs oordeel dat de verdachte – ‘die als belastingadviseur/consulent opzettelijk onjuist aangiftes inkomstenbelasting heeft gedaan ‘voor de in de bewezenverklaring genoemde belastingplichtige personen’ – kan worden aangemerkt als ‘degene die opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doet’ als bedoeld in art. 69 lid 2 AWR.