BNB 2012/140
Zaak Don Bosco. Bij vrijstelling overdrachtsbelasting moet worden uitgegaan van wat voor de omzetbelasting geacht wordt te zijn geleverd. Verwijzing om vast te stellen of onbebouwd terrein is opgeleverd
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN0646, m.nt. W. de Wit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Mrs. Van Vliet, Lourens, Bavinck, Leemreis, Punt
- Zaaknummer
41510bis
- Conclusie
A-G Van Hilten
- Noot
W. de Wit
- LJN
BN0646
- JCDI
JCDI:ADS111086:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Omzetbelasting / Levering van goederen en diensten
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BN0646, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BN0646, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
- Wetingang
Art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV; art. 11 lid 1 onderdeel a onder 1° en lid 4 Wet OB 1968; art. 4 lid 3 onderdeel a en b en art. 13 letter B onderdeel g en h Zesde richtlijn
Essentie
Zaak Don Bosco. Bij vrijstelling overdrachtsbelasting moet worden uitgegaan van wat voor de omzetbelasting geacht wordt te zijn geleverd. Verwijzing om vast te stellen of onbebouwd terrein is opgeleverd
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2009/25* en HvJ EG, BNB 2011/14* (Don Bosco).
HR: Bij de toepassing van de in art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV neergelegde vrijstelling moet voor het bepalen van het voorwerp van de verkrijging worden uitgegaan van hetgeen voor de heffing van omzetbelasting geacht wordt te zijn geleverd.
Gelet op de verklaring voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.