NJB 2018/761:Belanghebbende. De moeder was belast met het ouderlijk gezag over twee kinderen. De juridische vader van een van hen, die in gezinsverband met hen en de moeder heeft samengeleefd, gaat in hoger beroep van een beslissing waarbij het ouderlijk gezag van de moeder wordt beëindigd en een voogdes wordt benoemd. Het hof verklaart de man niet-ontvankelijk. Hoge Raad: 1. Pleegouders. De tweede volzin van art. 798 lid 1 Rv strekt ertoe om te verzekeren dat pleegouders die gedurende een periode van ten minste een jaar voor de minderjarige zorgen, van rechtswege worden aangemerkt als belanghebbenden in rechtszaken die betrekking hebben op hun pleegkind. Die volzin heeft alleen betrekking op pleegouders, en geldt alleen indien de verzorging en opvoeding door de pleegouder ook nog plaatsvindt ten tijde van (de aanvang van) de procedure. 2. Zaken betreffende het personen- en familierecht, niet zijnde scheidingszaken. Overwegingen die overeenkomen met HR 30 maart 2018, 17/04701, ECLI:NL:HR:2018:463, hiervóór afgedrukt. Het oordeel van het hof dat de vader niet kan worden aangemerkt als belanghebbende geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 3. Contra-expertise. Het recht op contra-expertise komt niet toe aan de ouder in wiens recht op gezinsleven dan wel privéleven de voorgenomen maatregel van jeugdbescherming niet ingrijpt. Die ouder kan niet worden aangemerkt als belanghebbende