Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 112
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
19-06-2023, Stb. 2023, 236 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2024, Stb. 2024, 120 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
Onze Minister verstrekt uitsluitend een subsidie als bedoeld in artikel 57, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet:
- a.
indien naar zijn oordeel zonder die subsidie een toegelaten instelling niet in staat is om de betrokken werkzaamheden die behoren tot de diensten van algemeen economisch belang te kunnen verrichten of voortzetten;
- b.
indien het verrichten of voortzetten van die werkzaamheden naar het oordeel van burgemeester en wethouders van de gemeenten waar zij worden verricht noodzakelijk is voor het in stand houden van voldoende woongelegenheden in die gemeenten, als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdelen b en c, van de wet en
- c.
voor zover hij over voldoende middelen daarvoor beschikt als verkregen of te verkrijgen uit de bijdragen, bedoeld in artikel 58, tweede lid, van de wet.
2.
De subsidie is niet hoger dan het bedrag dat naar het oordeel van Onze Minister noodzakelijk is om te waarborgen dat een toegelaten instelling na uitvoering van het saneringsplan over voldoende financiële middelen beschikt om de in artikel 56a, tweede lid, onderdeel a, van de wet bedoelde werkzaamheden te verrichten of voort te zetten in het geval:
- a.
de werkzaamheden worden verricht of voortgezet door een andere toegelaten instelling dan de toegelaten instelling die de subsidie ontvangt, wordt de hoogte vastgesteld met inachtneming van het verschil tussen de waarde waartegen de andere toegelaten instelling met inachtneming van haar financiële continuïteit die werkzaamheden kan verkrijgen en de getaxeerde marktwaarde daarvan; of
- b.
de werkzaamheden worden verricht of voortgezet door de toegelaten instelling die de subsidie ontvangt, wordt de hoogte vastgesteld met inachtneming van haar financiële continuïteit en, voor zover werkzaamheden worden verricht zonder dat daartoe een wettelijke verplichting bestaat, voor die werkzaamheden aan de hand van een benchmark met andere toegelaten instellingen waarbij het niveau gelijk is aan de bovenkant van het onderste kwintiel.
3.
Onze Minister kan aan de verstrekking van de subsidie voorwaarden en verplichtingen verbinden ter waarborging van de uitvoering van het saneringsplan.