Einde inhoudsopgave
Omgevingswet
Artikel 15.29 (schadeloosstelling pachter)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
14-03-2020, Stb. 2020, 112 (uitgifte: 09-04-2020, kamerstukken: 35133)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Op het vaststellen van de schadeloosstelling voor de pachter is artikel 377, vierde tot en met zevende lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Voor de toepassing van het zevende lid van dat artikel geldt de terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking als peildatum.
2.
Als de pachtovereenkomst na de terinzagelegging van de ontwerponteigeningsbeschikking is aangegaan, heeft de pachter geen recht op schadeloosstelling. De pachter heeft dan een vordering tot schadevergoeding tegen de verpachter, tenzij zij anders zijn overeengekomen.