NJB 2016/1659:Legaliteitsbeginsel en oplegging bijkomende straf van ontzetting van de uitoefening van het beroep van belastingadviseur/ belastingconsulent ingevolge art. 235 lid 1 Sr en art. 69 lid 6 AWR: de invoering op 1 april 2010 van de in deze bepalingen voorziene mogelijkheid van oplegging van een bijkomende straf, houdt een uitbreiding in van de toepasselijke regels van sanctierecht. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de bewezenverklaarde feiten zijn begaan voor 1 april 2010, heeft het Hof miskend dat de genoemde bepalingen op grond van het in art. 1 lid 1 Sr vervatte legaliteitsbeginsel jegens de verdachte buiten toepassing dienen te blijven. De Hoge Raad doet de zaak zelf af