Einde inhoudsopgave
Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet
Artikel 2.2.5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
08-04-2016, Stb. 2016, 173 (uitgifte: 13-05-2016, kamerstukken: 34203)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2016, Stb. 2016, 442 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
1.
Een in het buitenland wonende persoon, niet zijnde of geweest zijnde een verzekeringsplichtige als bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Zorgverzekeringswet of een persoon op wie artikel 69 van die wet van toepassing is of is geweest, die onmiddellijk voor de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet verzekerd was op grond van een overeenkomst van standaardverzekering in de zin van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998, heeft tijdens zijn verblijf in Nederland aanspraak op een vergoeding ter zake van de kosten van zorg waarop aanspraak zou bestaan indien betrokkene ingevolge een zorgverzekering als bedoeld[lees: bedoeld in artikel]1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet verzekerd zou zijn.
2.
Aanspraak op de in het eerste lid bedoelde vergoeding bestaat slechts indien de rechthebbende zich binnen vier maanden nadat deze wet in werking is getreden of hij in redelijkheid van de inwerkingtreding van deze wet heeft kunnen kennisnemen, als zodanig heeft aangemeld bij het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige zorg. Het CAK verleent de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid.
3.
De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, is gelijk aan de in rekening gebrachte kosten onder aftrek van het deel daarvan dat voor verzekerden in de zin van de Zorgverzekeringswet voor rekening van de verzekerde blijft.
4.
De belanghebbende die zich heeft aangemeld, is aan het CAK per maand een bijdrage verschuldigd die gelijk is aan eentwaalfde van het bedrag van de standaardpremie als bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag, nadat die is verminderd met het bedrag dat de zorgtoeslag ten hoogste bedraagt, voor een in Nederland wonende verzekeringsplichtige zonder partner.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de aanspraak op de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.
6.
De kosten van de vergoedingen, verleend ingevolge dit artikel, onderscheidenlijk de baten van de bijdrage, betaald op grond van dit artikel, komen ten laste onderscheidenlijk ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds.
7.
Ten aanzien van bezwaar en beroep tegen een besluit inzake een vergoeding als bedoeld in het eerste lid, is het recht zoals dat geldt ten aanzien van besluiten inzake een recht op zorg ingevolge de Wet langdurige zorg, met uitzondering van artikel 10.3.1 van die wet, van toepassing.
8.
Het CAK is bevoegd tot het verwerken van persoonsgegevens van de persoon, bedoeld in het eerste lid, waaronder persoonsgegevens betreffende de gezondheid, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van dit artikel.
9.
Het CAK is de verantwoordelijke, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens, voor de verwerking, bedoeld in het achtste lid.