Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 1.3.4a
Geldend
Geldend vanaf 16-09-2011
- Bronpublicatie:
13-09-2011, Stcrt. 2011, 16804 (uitgifte: 15-09-2011, regelingnummer: WJZ/11070067)
- Inwerkingtreding
16-09-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-2011, Stcrt. 2011, 16804 (uitgifte: 15-09-2011, regelingnummer: WJZ/11070067)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
Onverminderd artikel 1.3.4 verstrekt de aanvrager bij een aanvraag om een vergunning voor het permanent opslaan van CO2 bovendien:
- a.
een karakterisering en beoordeling van het potentiële opslagcomplex met inbegrip van de afdichtende laag en het omliggende gebied, inclusief de hydraulisch verbonden gebieden, uitgevoerd en onderbouwd op de voet van Bijlage I van de richtlijn nr. 2009/31/EG;
- b.
de beoogde plaats van de injectiefaciliteiten;
- c.
de totale hoeveelheid stoffen die zal worden opgeslagen uitgedrukt in kton;
- d.
een opgave van de afzonderlijke bestanddelen van de stoffen die worden opgeslagen en hun aandeel in de totale hoeveelheid van stoffen die worden opgeslagen, en
- e.
de gegevens waarop de beoogde maximum toelaatbare snelheid en druk bij injectie van CO2 en de beoogde maximum toelaatbare druk van de opgeslagen CO2 zijn gebaseerd.
2.
De aanvraag bevat het ontwerp voor een risicobeheerplan als bedoeld in artikel 29c van het besluit.
3.
De aanvraag bevat het ontwerp voor een plan voor het nemen van corrigerende maatregelen als bedoeld in artikel 29d van het besluit.
4.
De aanvraag bevat het ontwerp voor een monitoringsplan als bedoeld in artikel 29f van het besluit dat voldoet aan Bijlage II, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2009/31/EG. Het ontwerp strekt tot:
- a.
het vergelijken van het feitelijk en het gemodelleerd gedrag van het CO2 en andere opgeslagen stoffen en het formatiewater in het voorkomen;
- b.
het detecteren van significante onregelmatigheden;
- c.
het detecteren van CO2 en andere stoffen;
- d.
het detecteren van significante negatieve effecten voor het omliggende milieu en voor met name het drinkwater, de omwonende bevolking en de gebruikers van de biosfeer in de omgeving;
- e.
het evalueren van de doeltreffendheid van eventuele getroffen corrigerende maatregelen als bedoeld in het vijfde lid, en
- f.
het actualiseren van de veiligheids- en integriteitsbeoordeling van het opslagcomplex op korte en lange termijn, met inbegrip van de beoordeling van de vraag of het opgeslagen CO2 volledig en permanent is ingesloten.
5.
De aanvraag bevat het ontwerp voor een afsluitingsplan als bedoeld in artikel 29g van het besluit.
6.
De aanvraag bevat:
- a.
de voor de ramingen, bedoeld in artikel 29j, tweede lid, van het besluit benodigde gegevens vergezeld van adequate cijfermatige onderbouwing en toelichting en mogelijke vorm van zekerheid die zal worden gesteld;
- b.
het ontwerp voor een plan ter voorkoming of beperking van schade door bodembeweging indien het voorkomen voor het permanent opslaan van CO2 gelegen is aan de landzijde van de lijn die in de bijlage bij de wet is vastgelegd door bodembeweging als bedoeld in artikel 29h van het besluit gebaseerd op een risico-analyse over bodembeweging, en
- c.
informatie die aantoont dat is gezorgd voor professionele en technische ontwikkeling en training van de exploitant en van alle personeel voorafgaande, tijdens en na beëindiging van de injectie van CO2.