Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/132/EG houdende bepaling van de werkingssfeer van artikel 143, onder b) en c), van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde voor de definitieve invoer van bepaalde goederen
Artikel 57
Geldend
Geldend vanaf 30-11-2009
- Bronpublicatie:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Inwerkingtreding
30-11-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2009, PbEU 2009, L 292 (uitgifte: 10-11-2009, regelingnummer: 2009/132/EG)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Omzetbelasting / In- en uitvoer
Europees belastingrecht (V)
1.
De in artikel 51 bedoelde organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden voor vrijstelling of die de voor vrijstelling in aanmerking genomen goederen voor andere doeleinden willen gebruiken dan bedoeld in genoemd artikel, dienen de bevoegde autoriteiten daarvan in kennis te stellen.
2.
Wanneer goederen die in het bezit blijven van organisaties die niet langer voldoen aan de voorwaarden om voor vrijstelling in aanmerking te komen, worden overgedragen aan een organisatie die krachtens dit hoofdstuk voor vrijstelling in aanmerking komt of, eventueel, aan een organisatie die krachtens artikel 43 voor vrijstelling in aanmerking komt, blijft de vrijstelling van kracht voor zover bedoelde organisatie de betrokken goederen gebruikt voor doeleinden welke recht geven op dergelijke vrijstellingen. In de overige gevallen zijn de genoemde goederen onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende btw, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop aan genoemde voorwaarden niet langer wordt voldaan, zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.
3.
De goederen die door de organisatie die vrijstelling geniet worden gebruikt voor andere doeleinden dan bedoeld in dit hoofdstuk, zijn onderworpen aan de toepassing van de daarvoor geldende btw bij invoer, tegen het tarief dat van kracht is op de datum waarop zij voor een ander gebruik worden aangewend, zulks naar de soort en op de grondslag van de waarde die op die datum door de bevoegde autoriteiten als juist zijn erkend of aanvaard.