Rb. 's-Gravenhage, 11-02-2009, nr. 322900 / HA ZA 08-3540
ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3354
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
11-02-2009
- Zaaknummer
322900 / HA ZA 08-3540
- LJN
BJ3354
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3354, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 11‑02‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 11‑02‑2009
Inhoudsindicatie
Prorogatie, tijdige terhandstelling algemene voorwaarden. Aangenomen moet worden dat de algemene voorwaarden tijdig aan gedaagden ter hand zijn gesteld, nu in de offerte tweemaal - vlak boven én vlak onder de beide handtekeningen - is opgenomen dat de algemene voorwaarden zijn bijgevoegd en de offerte desondanks zonder voorbehoud of protest is getekend. De sectorcompetentie van kanton ontstaat niet op grond van een forumkeuze die is gedaan vóór het ontstaan van het geschil.
vonnis
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 322900 / HA ZA 08-3540
Vonnis in het bevoegdheidsincident van 11 februari 2009
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADNA B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te 's-Gravenzande, gemeente Westland,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. M.P.H. van Maanen Winters,
tegen
1. de vennootschap onder firma
V.O.F. FIRMA [J.A.] EN ZN.,
kantoorhoudende te [plaats],
2. [J.A.],
vennoot van gedaagde in de hoofdzaak sub 1,
wonende te [plaats],
3. [J.J.A. A.],
vennoot van gedaagde in de hoofdzaak sub 1,
wonende te [plaats],
4. [G.M. B.],
vennoot van gedaagde in de hoofdzaak sub 1,
wonende te [plaats],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
advocaat: mr. R.J. van Velzen.
Partijen zullen enerzijds AdNa en anderzijds [A. c.s.]. genoemd worden. Gedaagde in de hoofdzaak sub 1 wordt afzonderlijk ook de Firma genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 oktober 2008, met 7 producties;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid;
- de conclusie van antwoord in het incident houdende exceptie van onbevoegdheid.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
AdNa vordert - samengevat - veroordeling van [A. c.s.]. tot betaling van een bedrag van € 22.876,44 te vermeerderen met contractuele rente en proceskosten.
AdNa stelt daartoe - verkort weergegeven - dat zij en haar zustervennootschap Grond Gezond B.V. (hierna: "Grond Gezond") met de Firma een overeenkomst hebben gesloten ter zake een grondverbeteringsprogramma. Ter uitvoering van deze overeenkomst heeft AdNa consultancydiensten aan de Firma verleend en heeft Grond Gezond grondverbeteringsproducten aan de Firma geleverd. De Firma is in gebreke gebleven met de voldoening van de hiervoor verzonden facturen. Grond Gezond heeft haar vordering op [A. c.s.]. ter incasso overgedragen aan AdNa.
[A. c.s.]. hebben vóór alle weren de exceptie van onbevoegdheid ingeroepen.
2.4. [A. c.s.]. stellen daartoe dat AdNa zich niet kan beroepen op het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van AdNa en Grond Gezond (hierna: "de algemene voorwaarden"). De algemene voorwaarden zijn niet van toepassing omdat deze niet zijn overeengekomen. Indien de algemene voorwaarden wel van toepassing mochten zijn, dan wordt de vernietigbaarheid van het forumkeuzebeding ingeroepen, nu aan de Firma geen redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. Dat de algemene voorwaarden niet aan de Firma ter hand zijn gesteld, blijkt uit de omstandigheid dat een aan de zijde van de Firma geparafeerd exemplaar van deze voorwaarden niet voorhanden is, terwijl in de offerte wel wordt gevraagd een geparafeerd exemplaar van deze voorwaarden retour te zenden. Op grond van de hoofdregel van artikel 99 Rv is de rechtbank Alkmaar bevoegd om van het geschil kennis te nemen. Voor het geval dat AdNa zich wel op het forumkeuzebeding kan beroepen, geldt dat daarin de sector kanton van de rechtbank 's-Gravenhage wordt aangewezen.
2.5. AdNa heeft de incidentele vordering gemotiveerd betwist. Zij voert daartoe aan dat in de voor akkoord getekende offerte wordt verwezen naar 'de bijgevoegde leveringsvoorwaarden', waarmee de toepasselijkheid en de terhandstelling van de algemene voorwaarden vaststaat. Het ontbreken van een namens de Firma geparafeerd exemplaar van de algemene voorwaarden toont niet aan dat deze voorwaarden niet ter hand zijn gesteld. Dat in het forumkeuzebeding de sector kanton wordt genoemd is kennelijk een vergissing; het takenpakket van de sector kanton staat immers niet ter vrije bepaling van partijen.
De beoordeling in het incident
De eerste vraag die voorligt is of partijen de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden zijn overeengekomen. Naar het oordeel van de rechtbank moet deze vraag bevestigend worden beantwoord. [A. c.s.]. hebben namelijk niet weersproken dat de eerdergenoemde offerte, die ook als productie bij de dagvaarding is gevoegd en waarin wordt verwezen naar de algemene voorwaarden, namens de Firma voor akkoord is getekend.
Vervolgens ligt de vraag voor of het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden met een beroep op artikel 6:233 sub b jo. 234 BW kan worden vernietigd. [A. c.s.]. hebben in dat kader gesteld dat de Firma geen redelijke mogelijkheid is geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen. De rechtbank overweegt dat in de offerte tweemaal - vlak boven én vlak onder de beide handtekeningen - is opgenomen dat de algemene voorwaarden zijn bijgevoegd en dat de offerte namens de Firma desondanks zonder voorbehoud of protest is getekend. Ook gelet op Hoge Raad 21 september 2007, NJ 2009, 50 leidt dit de rechtbank tot het oordeel dat er van uit moet worden gegaan dat de algemene voorwaarden tijdig ter hand zijn gesteld. Dat een namens de Firma geparafeerd exemplaar van de algemene voorwaarden ontbreekt, toont niet aan dat de tijdige terhandstelling niet heeft plaatsgevonden en kan daarom aan het vorenstaande niet afdoen.
3.3. In het forumkeuzebeding is bepaald dat "de bevoegde rechter van de sector kanton te 's-Gravenhage" bevoegd is "van geschillen kennis te nemen." In beginsel staat het partijen niet vrij om alle geschillen, ongeacht aard en omvang, aan de kantonrechter voor te leggen. Uitzondering daarop vormt de prorogatie zoals geregeld in artikel 96 Rv. Een overeenkomst tot prorogatie moet zijn aangegaan nadat het geschil tussen partijen is ontstaan. Daarvan is hier geen sprake. Dit betekent dat het beding, voor zover deze als prorogatieafspraak is bedoeld, nietig is. Bovendien dienen partijen zich bij prorogatie gezamenlijk tot de kantonrechter van hun keuze wenden. Ook daarvan is hier geen sprake. AdNa heeft de zaak immers bij de sector civiel aangebracht en wil de zaak blijkens haar antwoord in het incident daar kennelijk ook voortzetten. Dit alles brengt mee dat er geen rechten kunnen worden ontleend aan het overigens onbegrijpelijk geformuleerde forumkeuzebeding. Van een kennelijke schrijffout, zoals AdNa beweert, is geen sprake omdat de Firma niet behoefde te begrijpen dat onder de sector kanton van de rechtbank 's-Gravenhage ook de sector civiel moest worden verstaan.
3.4. De slotsom luidt dat de rechtbank Den Haag geen bevoegdheid toekomt op grond van een forumkeuzebeding en dat moet worden teruggevallen op de hoofdregel van artikel 99 Rv. Daaruit volgt dat rechtbank Alkmaar bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
3.5. Gezien het vorenstaande zal de incidentele vordering van [A. c.s.]. worden toegewezen. AdNa zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het incident worden veroordeeld.
4. De beslissing
De rechtbank
in de hoofdzaak en in het incident
4.1. verklaart zich onbevoegd om van de onderhavige vordering kennis te nemen en verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Alkmaar (sector civiel recht), alwaar partijen deugdelijk vertegenwoordigd door een advocaat dienen te verschijnen om verder te procederen;
4.2. veroordeelt AdNa in de kosten van dit incident, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [A. c.s.]. begroot op € 452,-- aan salaris advocaat.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wien en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.