Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1165 betreffende de toelating van bepaalde producten en stoffen voor gebruik in de biologische productie en de opstelling van de lijsten van die producten en stoffen
Bijlage I Werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen die zijn toegelaten voor gebruik in de biologische productie als bedoeld in artikel 24, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2018/848
Geldend
Geldend vanaf 07-02-2023
- Bronpublicatie:
17-01-2023, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/121)
- Inwerkingtreding
07-02-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-01-2023, PbEU 2023, L 16 (uitgifte: 18-01-2023, regelingnummer: 2023/121)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
De in deze bijlage vermelde werkzame stoffen mogen aanwezig zijn in gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt in de biologische productie zoals bepaald in deze bijlage, mits deze gewasbeschermingsmiddelen op grond van Verordening (EG) nr. 1107/2009 zijn toegelaten. Deze gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 en overeenkomstig de voorwaarden die zijn bepaald in de toelatingen die zijn verleend door de lidstaten waar zij worden gebruikt. Als voor de biologische productie restrictievere voorwaarden gelden, zijn deze in de laatste kolom van elke tabel vermeld.
Overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Verordening (EU) 2018/848 mogen beschermstoffen, synergisten en formuleringshulpstoffen als bestanddeel van gewasbeschermingsmiddelen, en toevoegingsstoffen die met gewasbeschermingsmiddelen moeten worden gemengd, in de biologische productie worden gebruikt, mits zij zijn toegelaten op grond van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De stoffen in deze bijlage mogen alleen worden gebruikt voor de bestrijding van plaagorganismen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 24, van Verordening (EU) 2018/848.
Overeenkomstig bijlage II, deel I, punt 1.10.2, van Verordening (EU) 2018/848 mogen deze stoffen alleen worden gebruikt wanneer planten niet adequaat tegen plaagorganismen kunnen worden beschermd met de in punt 1.10.1. van dat deel I bedoelde maatregelen, met name door het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen, zoals nuttige insecten, mijten en rondwormen die voldoen aan de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1).
Voor de toepassing van deze bijlage worden werkzame stoffen onderverdeeld in de volgende subcategorieën:
1. Basisstoffen
De in deel C van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 opgenomen basisstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong die op levensmiddelen, zoals omschreven in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (2), zijn gebaseerd, mogen worden gebruikt voor gewasbescherming in de biologische productie. Die basisstoffen zijn in de onderstaande tabel gemarkeerd met een asterisk. Ze worden gebruikt overeenkomstig de toepassingen, voorwaarden en beperkingen die zijn vastgesteld in de desbetreffende evaluatieverslagen (3) en rekening houdend met eventuele aanvullende beperkingen die zijn opgenomen in de laatste kolom van de onderstaande tabel.
Andere in deel C van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 opgenomen basisstoffen mogen alleen voor gewasbescherming in de biologische productie worden gebruikt als zij in de onderstaande tabel zijn opgenomen. Die basisstoffen worden gebruikt overeenkomstig de toepassingen, voorwaarden en beperkingen die zijn vastgesteld in de desbetreffende evaluatieverslagen3 en rekening houdend met eventuele aanvullende beperkingen die zijn opgenomen in de rechterkolom van de onderstaande tabel.
Basisstoffen mogen niet als herbicide worden gebruikt.
Nummer en deel van de bijlage (4) | CAS-nr. | Naam | Specifieke voorwaarden en beperkingen |
---|---|---|---|
1C | Equisetum arvense L.* | ||
2C | 9012-76-4 | Chitosanhydrochloride* | verkregen uit Aspergillus of uit biologische aquacultuur of uit duurzame visserij, als omschreven in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) |
3C | 57-50-1 | Sacharose* | |
4C | 1305-62-0 | Calciumhydroxide | |
5C | 90132-02-8 | Azijn* | |
6C | 8002-43-5 | Lecithinen* | |
7C | - | Salix spp. Cortex* | |
8C | 57-48-7 | Fructose* | |
9C | 144-55-8 | Natriumwaterstofcarbonaat | |
10C | 92129-90-3 | Wei* | |
11C | 7783-28-0 | Diammoniumfosfaat | alleen in vallen |
12C | 8001-21-6 | Zonnebloemolie* | |
14C | 84012-40-8 90131-83-2 | Urtica spp. (Urtica dioica-extract) (Urtica urens-extract)* | |
15C | 7722-84-1 | Waterstofperoxide | |
16C | 7647-14-5 | Natriumchloride | |
17C | 8029-31-0 | Bier* | |
18C | - | Mosterdzaadpoeder* | |
19C | 14807-96-6 | Magnesiumwaterstofmetasilicaat silicaatmineraal (talk E553b) | levensmiddelenkwaliteit overeenkomstig Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie(6) |
20C | 8002-72-0 | Uienolie* | |
21C | 52-89-1 | L-cysteïne (E 920) | |
22C | 8049-98-7 | Koemelk* | |
23C | - | Extract van uienbollen (Allium cepa L.) | |
Andere basisstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong en op basis van levensmiddelen* |
2. Werkzame stoffen met een laag risico
Werkzame stoffen met een laag risico die geen micro-organismen zijn en die zijn opgenomen in deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, mogen worden gebruikt voor gewasbescherming in de biologische productie als zij in de onderstaande tabel of elders in deze bijlage zijn opgenomen. Die werkzame stoffen met een laag risico worden gebruikt overeenkomstig de toepassingen, voorwaarden en beperkingen krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en rekening houdend met eventuele aanvullende beperkingen die zijn opgenomen in de laatste kolom van de onderstaande tabel.
Nummer en deel van de bijlage (7) | CAS-nr. | Naam | Specifieke voorwaarden en beperkingen |
---|---|---|---|
2D | COS-OGA | ||
3D | Cerevisaan en andere producten op basis van fragmenten van cellen van micro-organismen | Niet afkomstig van ggo's | |
5D | 10045-86-6 | IJzerfosfaat (ijzer-III-orthofosfaat) | |
12D | 9008-22-4 | Laminarine | Kelp moet afkomstig zijn van de biologische aquacultuur of overeenkomstig bijlage II, deel III, punt 2.4, van Verordening (EU) 2018/848 op duurzame wijze zijn verzameld |
16D | CAS-nr. niet toegewezen | ABE-IT 56 (bestanddelen van het lysaat van Saccharomyces cerevisiae stam DDSF623) | niet afkomstig van ggo’s niet geproduceerd met behulp van groeimedia van ggo-oorsprong |
20 D | 10058-44-3 | IJzerpyrofosfaat | |
28 D | Waterig extract van de gekiemde zaden van zoete Lupinus albus |
3. Micro-organismen
Alle in de delen A, B en D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 opgenomen micro-organismen mogen in de biologische productie worden gebruikt mits zij niet afkomstig zijn van ggo's en worden gebruikt overeenkomstig de toepassingen, voorwaarden en beperkingen die zijn vastgesteld in de desbetreffende evaluatieverslagen3. Micro-organismen, met inbegrip van virussen, zijn biologische bestrijdingsmiddelen die op grond van Verordening (EG) nr. 1107/2009 als werkzame stoffen worden beschouwd.
4. Werkzame stoffen die niet onder een van de bovenstaande categorieën vallen
De werkzame stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 zijn goedgekeurd en in de onderstaande tabel zijn opgenomen, mogen alleen als gewasbeschermingsmiddel in de biologische productie worden gebruikt wanneer zij worden gebruikt overeenkomstig de toepassingen, voorwaarden en beperkingen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 en rekening houdend met eventuele aanvullende beperkingen die zijn opgenomen in de rechterkolom van de onderstaande tabel.
Nummer en deel van de bijlage (8) | CAS-nr. | Naam | Specifieke voorwaarden en beperkingen |
---|---|---|---|
40A | 52918-63-5 | Deltamethrin | alleen in vallen met specifieke lokstoffen ter bestrijding van Bactrocera oleae, Ceratritis capitata en Rhagoletis completa |
139A | 131929-60-7 131929-63-0 | Spinosad | |
225A | 124-38-9 | Koolstofdioxide | |
227A | 74-85-1 | Ethyleen | enkel bij bananen en aardappelen; mag echter ook bij citrusvruchten worden gebruikt als onderdeel van een strategie ter voorkoming van schade door fruitvliegen |
230A | o.a. 67701-09-1 | Vetzuren | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
231A | 8008-99-9 | Knoflookextract (Allium sativum) | |
234A | CAS-nr. niet toegewezen CIPAC-nr. 901 | Gehydrolyseerde eiwitten, met uitzondering van gelatine | |
244A | 298-14-6 | Kaliumwaterstofcarbonaat | |
249A | 98999-15-6 | Op geur gebaseerde afweermiddelen van dierlijke of van plantaardige oorsprong/schapenvet | |
255A e.a. | Feromonen en andere signaalstoffen | alleen in vallen en verstuivers | |
220A | 1332-58-7 | Aluminiumsilicaat (kaolien) | |
236A | 61790-53-2 | Kiezelgoer (diatomeeënaarde) | |
247A | 14808-60-7 7637-86-9 | Kwartszand | |
343A | 11141-17-6 84696-25-3 | Azadirachtin (margosa-extract) | geëxtraheerd uit zaden van de neemboom (Azadirachta indica) |
240A | 8000-29-1 | Citronellaolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
241A | 84961-50-2 | Kruidnagelolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
242A | 8002-13-9 | Raapzaadolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
243A | 8008-79-5 | Groenemuntolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
56A | 8028-48-6 5989-27-5 | Sinaasappelolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
228A | 68647-73-4 | Theeboomolie | alle toepassingen zijn toegestaan, behalve gebruik als herbicide |
246A | 8003-34-7 | Uit planten geëxtraheerde pyrethrinen | |
292A | 7704-34-9 | Zwavel | |
294A 295A | 64742-46-7 72623-86-0 97862-82-3 8042-47-5 | Paraffineoliën | |
345A | 1344-81-6 | Californische pap (calciumpolysulfide) | |
44B | 9050-36-6 | Maltodextrine | |
45B | 97-53-0 | Eugenol | |
46B | 106-24-1 | Geraniol | |
47B | 89-83-8 | Thymol | |
10E | 20427-59-2 | Koperhydroxide | overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt enkel gebruik dat aanleiding geeft tot een totale toepassing over een periode van 7 jaar van maximum 28 kg koper per hectare toegelaten |
10E | 1332-65-6 1332-40-7 | Koperoxychloride | |
10E | 1317-39-1 | Koperoxide | |
10E | 8011-63-0 | Bordeauxse pap | |
10E | 12527-76-3 | Tribasisch kopersulfaat | |
40A | 52918-63-5 | Deltamethrin | alleen in vallen met specifieke lokstoffen ter bestrijding van Bactrocera oleae en Ceratritis capitata |
5E | 91465-08-6 | Lambda-cyhalothrin | alleen in vallen met specifieke lokstoffen ter bestrijding van Bactrocera oleae en Ceratritis capitata |
Voetnoten
Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PB L 317 van 4.11.2014, blz. 35).
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
Beschikbaar in de pesticidendatabank: https://ec.europa.eu/food/plant/pesticides/eu-pesticides-database/active-substances/?event=search.as
Lijst overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, waarbij categorie A verwijst naar werkzame stoffen die geacht worden te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009, categorie B naar werkzame stoffen die zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009, categorie C naar basisstoffen, categorie D naar werkzame stoffen met een laag risico en categorie E naar stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen.
Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie van 9 maart 2012 tot vaststelling van de specificaties van de in de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad opgenomen levensmiddelenadditieven (PB L 83 van 22.3.2012, blz. 1).
Lijst overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, waarbij deel A verwijst naar werkzame stoffen die geacht worden te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009, deel B naar uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde werkzame stoffen, deel C naar basisstoffen, deel D naar werkzame stoffen met een laag risico en deel E naar werkzame stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen.
Lijst overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011, waarbij deel A verwijst naar werkzame stoffen die geacht worden te zijn goedgekeurd uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009, deel B naar uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde werkzame stoffen, deel C naar basisstoffen, deel D naar werkzame stoffen met een laag risico en deel E naar werkzame stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen.