Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 96 Indeling van bepaalde eigenvermogensbestanddelen van verzekeringsondernemingen
Geldend
Geldend vanaf 06-01-2010
- Bronpublicatie:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Inwerkingtreding
06-01-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2009, PbEU 2009, L 335 (uitgifte: 17-12-2009, regelingnummer: 2009/138/EG)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
Verzekeringsrecht / Bijzondere onderwerpen
Onverminderd artikel 95 en artikel 97, lid 1, punt a), gelden voor de toepassing van deze richtlijn de volgende indelingen:
- 1.
surplusfondsen die onder artikel 91, lid 2, vallen, worden ingedeeld in Tier 1;
- 2.
kredietbrieven en garanties die door een onafhankelijke trustee ten behoeve van schuldeisers uit hoofde van verzekering in trust worden gehouden en afgegeven zijn door kredietinstellingen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2006/48/EG vergunning is verleend, worden ingedeeld in Tier 2;
- 3.
suppletiebijdragen welke onderlinge waarborgmaatschappijen of onderlinge verzekeringsmaatschappijen van reders met variabele premies die uitsluitend de in branches 6, 12 en 17 van deel A van de bijlage I genoemde risico's verzekeren, van hun leden kunnen eisen binnen de volgende twaalf maanden, worden ingedeeld in Tier 2.
Overeenkomstig artikel 94, lid 2, tweede alinea, worden suppletiebijdragen welke onderlinge waarborgmaatschappijen of onderlinge verzekeringsmaatschappijen met variabele premies van hun leden kunnen eisen binnen de volgende twaalf maanden, die niet onder punt 3 van de eerste alinea vallen, ingedeeld in Tier 2, wanneer zij in hoge mate de kenmerken van artikel 93, lid 1, onder a) en b) bezitten, rekening houdend met de elementen vastgelegd in artikel 93, lid 2.