RvdW 2019/397
Verbintenissenrecht. Procesrecht. Devolutieve werking hoger beroep. Uitleg van de vordering: alternatief of cumulatief?
HR 22-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:398
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/06038
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:398, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1515, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Essentie
Verbintenissenrecht. Procesrecht. Devolutieve werking hoger beroep. Uitleg van de vordering: alternatief of cumulatief?
Partij(en)
22 maart 2019
Eerste Kamer
17/06038
TT/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. N.C. van Steijn,
t e g e n
1. [verweerder 1]
2. [verweerster 2], beiden wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerders]
Conclusie
Conclusie A-G mr. G.R.B. van Peursem:
[verweerders] hebben een deel van de paardendekensverkoop van het voormalige bedrijf van [eiser] overgenomen, waarbij een koopprijs in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.