NJB 2016/2183:Cassatie in het belang der wet. Aanbesteding. Aantasting van een na gunning tot stand gekomen overeenkomst. Een inschrijver bij een aanbesteding vordert in kort geding dat de aanbestedende dienst de aanbestedingsprocedure aanpast. De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Vervolgens gunt de aanbesteder de opdracht aan een andere inschrijver. In hoger beroep vordert de eerstbedoelde inschrijver dat de overeenkomst met de andere inschrijver wordt beëindigd. Het hof overweegt dat het de vordering kan toewijzen als dat noodzakelijk is om een inbreuk op het aanbestedingsrecht ongedaan te maken. Hoge Raad: De richtlijn verplicht niet ertoe om de als resultaat van het gunningsbesluit tot stand gekomen overeenkomst onverbindend te oordelen buiten de in de richtlijn genoemde gevallen. De wetgever heeft van de hiermee aan hem gelaten vrijheid gebruik gemaakt door de aantastbaarheid van die overeenkomst naar nationaal recht te beperken