NJ 2017/331
Mensensmokkel; wederrechtelijke doorreis als bedoeld in art. 197a Sr.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/03125
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS154278:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1295, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:617, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2015
- Wetingang
Art. 197a Sr
Essentie
Mensensmokkel. Een doorreis als bedoeld in art. 197a lid 1 Sr is niet pas ‘wederrechtelijk’ indien is vastgesteld dat het voorgenomen verblijf in het land van bestemming onrechtmatig zal zijn.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 3 juni 2016, nummer 21/001105-15, in de strafzaak tegen: A., adv.: mr. N. van Schaik, te Utrecht.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
Middel II, zie 3.1; (red.).
Conclusie
Conclusie A-G mr. G. Knigge:
1.
De verdachte is bij arrest van 3 juni 2016 door het gerechtshof ...