BNB 2012/44
Heffingvrij vermogen is een belastingvoordeel dat voortvloeit uit de inaanmerkingneming van de persoonlijke situatie en de gezinssituatie van de betrokkene
HR 09-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT1514, m.nt. J.P. Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 december 2011
- Magistraten
Mrs. Van den Berge, Schaap, Heisterkamp, Feteris, Koopman
- Zaaknummer
10/01409
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
J.P. Boer
- LJN
BT1514
- JCDI
JCDI:ADS111082:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT1514, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑12‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BT1514, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑12‑2011
- Wetingang
Art. 5.5 lid 1 Wet IB 2001; art. 63 VWEU
Essentie
Heffingvrij vermogen is een belastingvoordeel dat voortvloeit uit de inaanmerkingneming van de persoonlijke situatie en de gezinssituatie van de betrokkene
Samenvatting
Belanghebbende woont in Duitsland en bezit participaties in transparante beleggingsfondsen waarmee wordt belegd in Nederlands vastgoed. Hij is geen binnenlands belastingplichtige. Hij heeft het heffingvrije vermogen in mindering gebracht op de gemiddelde rendementstoeslag. In geschil is of het heffingvrije vermogen moet worden aangemerkt als een brongebonden aftrekpost, waardoor het volgens belanghebbende op grond van EU-recht bij hem in aanmerking zou moeten worden genomen. De rechtbank heeft die vraag ontkennend beantwoord.
HR: De toepassing van het heffingvrije ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.