NJ 1927, p. 1174
Faillissementsaanvrage. Feiten gesteld na het inl. verzoekschrift. Onbetaald laten van één schuld. Niet-ontv. verklaring van aanvrager.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 1927
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Segers, van den Dries, van Gelein Vitringa en Kirberger.
- Zaaknummer
[15071927/NJ_1927,_p._1174]
- Conclusie
Mr. Tak
- Roepnaam
Brinkman/Hoogland
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS150867:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:280, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑1927
- Wetingang
(Fw art. 6.)
Essentie
Faillissementsaanvrage. Feiten gesteld na het inl. verzoekschrift. Onbetaald laten van één schuld. Niet-ontv. verklaring van aanvrager.
Samenvatting
Het Hof was ten onrechte van oordeel dat het bij de beoordeeling van de vraag, of de toestand van te hebben opgehouden te betalen aanwezig is, alleen rekening mocht houden met hetgeen in het inl. verzoekschrift is gesteld. Deze minder juiste opvatting kan echter niet tot cassatie leiden, nu niet gebleken is en zelfs in cassatie niet is gesteld, dat verzoeker bij de gehouden verhooren eenig feit heeft aangevoerd, waaruit die toestand mede ware af te leiden.
Het onbetaald laten ...