Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 45b [Rapport inzake grote gevaren productie-installatie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
21-12-2016, Stb. 2016, 554 (uitgifte: 30-12-2016, kamerstukken: 34348)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2016, Stb. 2016, 558 (uitgifte: 30-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Een exploitant van een productie-installatie stelt een rapport inzake grote gevaren op voor een productie-installatie en dient dit in bij de inspecteur-generaal der mijnen.
2.
Het rapport inzake grote gevaren behoeft de instemming van de inspecteur-generaal der mijnen voor zover het rapport ziet op een productie-installatie die is gelegen op het continentaal plat of in de territoriale zee en deze productie-installatie gelegen is aan de zeezijde van de in de bijlage bij deze wet vastgelegde lijn.
3.
Een rapport inzake grote gevaren voor een productie-installatie als bedoeld in het eerste lid kan, indien de inspecteur-generaal der mijnen daarmee instemt, voor een groep van installaties worden opgesteld.
4.
Een exploitant van een productie-installatie als bedoeld in het tweede lid start niet met activiteiten op productie-installaties of zet deze activiteiten niet voort, met uitzondering van verkenningsonderzoek, voordat de inspecteur-generaal der mijnen heeft ingestemd met het rapport inzake grote gevaren voor de desbetreffende productie-installaties.
5.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de indiening van en de instemming met het rapport inzake grote gevaren.