Hof Arnhem-Leeuwarden, 12-03-2019, nr. WAHV 200.234.774
ECLI:NL:GHARL:2019:2266
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
12-03-2019
- Zaaknummer
WAHV 200.234.774
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2019:2266, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 12‑03‑2019; (Hoger beroep)
Uitspraak 12‑03‑2019
Inhoudsindicatie
Snelheid. Betrouwbaarheid meting. In het licht van de toelichting die door de heer H.J.G Zaat ter zitting van het hof is gegeven op zijn proces-verbaal, bestaat geen aanleiding te twijfelen dat het voertuig van de betrokkene, dat als enig voertuig op de foto staat, op juiste wijze is gemeten met apparatuur die op juiste wijze is gebruikt. Voldoende is komen vast te staan dat de gedraging is verricht
WAHV 200.234.774
12 maart 2019
CJIB 205048218
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
zittingsplaats Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland
van 9 februari 2018
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats] ,
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde] ,
kantoorhoudende te [plaats] .
De tussenarresten
De inhoud van de tussenarresten van 12 september 2018 en 3 januari 2019 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Het hof heeft bij het tussenarrest van 3 januari 2019 het onderzoek heropend en iedere verdere beslissing aangehouden omdat het hof meer tijd nodig heeft om tot een uitspraak te komen.
Beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een administratieve sanctie van € 140,- opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid binnen bebouwde kom, met 16 km/h”, welke gedraging zou zijn verricht op 7 februari 2017 om 09:50 uur op de Berenkoog te Alkmaar met het voertuig met het kenteken [00-00-00] .
2. Ingevolge het tussenarrest heeft het hof ter zitting van 20 december 2018 gehoord [verbalisant] , opsteller van het proces-verbaal van 23 augustus 2018. De gemachtigde van de betrokkene heeft ter zitting van 20 december 2018 zijn standpunt zoals verwoord in het tussenarrest van 12 september 2018 gehandhaafd.
3. Ter beoordeling van het hof staat de vraag of de gedraging is verricht en zo ja, of er sprake is van zodanige omstandigheden dat de sanctie achterwege moet blijven of gematigd zou moeten worden.
4. Op de foto van de gedraging staat dat de meting is verricht met een MultaRadar CT, met typegoedkeuringsnummer TP8576. Naast dit nummer staat 'categorie B.' In deze zaak kan ervan worden uitgegaan dat dit snelheidsmeetsysteem is ingebouwd in een auto. De op de foto vermelde gegevens omtrent de meting komen overeen met de gegevens die daarover zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Op de foto staat één voertuig, in het midden van de foto. De kentekenplaat aan de achterzijde van dit voertuig is goed leesbaar.
5. Het hof stelt het volgende voorop. De radarsnelheidscontrolemeter is opgenomen in de Regeling meetmiddelen politie. Daarin is bepaald dat voor het gebruik van de radarsnelheidscontrolemeter een verklaring van een onderzoek moet zijn afgegeven door het Nederlands Meetinstituut NMi N.V. waaruit blijkt, dat het apparaat voldoet aan de eisen als vermeld in de bijlage behorend bij deze regeling (artikel 1 onder a juncto artikel 2, tweede lid). Die eisen zijn opgenomen in de Concept regeling voorschriften meetmiddelen politie (CVMP, versie 2010-08-09 te vinden op www.politie.nl). Naast algemene voorschriften voor (type) keuring en het gebruik van meetmiddelen en eisen gesteld aan (elektronische) meetmiddelen, zijn in hoofdstuk III specifieke bepalingen opgenomen waaraan radarsnelheidsmeters moeten voldoen. De mobiele radarcontrole waarop deze zaak betrekking heeft, wordt in 11.2 aangeduid met categorie B: bewaakte stationaire meting, dat wil zeggen meting vanuit een niet bewegend punt.
6. Gelet op het vorenstaande stelt het hof vast dat het in deze zaak gehanteerde meetinstrument op basis van toetsing aan de daarvoor geldende wettelijke normen is toegelaten, zodat in beginsel mag worden uitgegaan van de betrouwbare werking daarvan.
7. Het voorgaande betekent niet dat wordt uitgegaan van feilloosheid van apparatuur. Er kan een fout optreden en mogelijk kan een onjuist of onbetrouwbaar meetresultaat worden gegeven ingeval de bedienaar het apparaat niet op de in de handleiding voorgeschreven wijze gebruikt. De gemachtigde voert in dit verband aan dat het kenteken niet volledig horizontaal op de (uitvergroting van de) foto staat en dat de lantaarnpaal er scheef opstaat. Hieruit, aldus de gemachtigde, dat het meetmiddel in dit geval niet correct (horizontaal en verticaal) was uitgelijnd. Het voertuig waarin het radarapparaat was ingebouwd, moet scheef hebben gestaan, aldus de gemachtigde. Hij wijst daarbij op de door hem overgelegde pagina's 31 en 47 van de Handleiding MultaRadar CT. Dat brengt mee dat de verklaring in het zaakoverzicht dat de snelheid is gemeten met een op de voorgeschreven wijze gebruikt snelheidsmeetmiddel niet juist kan zijn.
8. [verbalisant] heeft ter zitting van 20 december 2018 de volgende toelichting gegeven op zijn proces-verbaal van 23 augustus 2018.
Bij de oudere 2D-apparatuur wordt de snelheid op één moment gemeten en is het voor een juiste snelheidsmeting van belang dat het apparaat staat opgesteld onder de door de fabrikant voorgeschreven meethoek van bijvoorbeeld 22 of 25 graden. Om onder die exacte meethoek te kunnen meten is het van belang dat het apparaat accuraat wordt uitgelijnd. Wordt een 2D-apparaat bij het opstellen niet goed uitgelijnd en wordt dus onder een andere dan de voorgeschreven hoek gemeten, dan gaat het apparaat onverminderd door met het verrichten van metingen en weergeven (inclusief een foto) van meetresultaten, maar is de gemeten snelheid niet juist.
De MultaRadar CT is een 3D-tracking-radarapparaat en het meetprincipe is heel anders. Dit apparaat volgt een voertuig over een afstand van 100 meter en binnen die afstand wordt het voertuig een aantal keren gemeten. Dit betekent dat de hoek waaronder de snelheid van het voertuig gemeten wordt bij elke meting anders is. Nu er niet onder één hoek wordt gemeten is een exacte uitlijning ook minder van belang. Bovendien zijn in het apparaat marges, maximale toegelaten afwijkingen van de optimale meethoek, ingebouwd. Wordt binnen deze marges een meting verricht dan is er een juiste meting van de gereden snelheid en wordt een foto geproduceerd. Valt een meting buiten deze marges, bijvoorbeeld omdat niet goed is uitgelijnd, dan geeft het apparaat geen snelheidsmeting weer en ook geen foto. Het maakt voor de werking van de MultaRadar CT daarbij niet uit of het apparaat op een statief is geplaatst of - zoals in dit geval - in een voertuig is ingebouwd. Indien er derhalve bij een meting met de MultaRadar CT een foto is geproduceerd waarop een meetresultaat (gemeten snelheid) is vermeld dan heeft er een correcte meting plaatsgevonden en is de gemeten snelheid juist.
9. In het licht van deze toelichting van [verbalisant] geeft hetgeen de gemachtigde heeft aangevoerd geen aanleiding om eraan te twijfelen dat de snelheid van het voertuig van de betrokkene, dat als enig voertuig op de foto staat, op de onder 1 genoemde datum, tijd en plaats, op juiste wijze is gemeten met appratuur die op juiste wijze is gebruikt. Voldoende is komen vast te staan dat de gedraging is verricht.
10. Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter het beroep terecht ongegrond verklaard. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter bevestigen.
11. Nu de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld, wijst het hof het verzoek tot vergoeding van kosten af.
Beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Anjewierden, in tegenwoordigheid van mr. Smeitink als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.