Einde inhoudsopgave
Wet agrarisch grondverkeer
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1983
- Bronpublicatie:
26-03-1981, Stb. 1981, 248 (uitgifte: 19-05-1981, kamerstukken: 15969 )
- Inwerkingtreding
01-01-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-1982, Stb. 1982, 689 (uitgifte: 01-01-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
Ministerie van Justitie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht / Pachtrecht
Ruimtelijk bestuursrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Op vordering van of vanwege Onze Minister kan de toestemming, binnen het tijdvak genoemd in artikel 15, eerste lid, door de grondkamer worden ingetrokken, indien:
- a.
de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig zijn, dat op het verzoek anders beslist zou zijn, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;
- b.
de rechtspersoon geen arbeidsovereenkomst heeft met een bedrijfsleider, dan wel indien de rechtspersoon niet meer optreedt als verpachter;
- c.
de verplichtingen, welke voortvloeien uit artikel 15, eerste lid, niet worden nagekomen, dan wel indien de toestemming als bedoeld in artikel 15, tweede lid, niet is verleend.
2.
Van de intrekking, als bedoeld in het vorige lid, staat beroep open bij de Centrale Grondkamer.