Uitvoeringsbesluit verdrag chemische wapens BES
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Uitvoeringsbesluit Chemische Wapens, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
01-10-2010, Stb. 2010, 461 (uitgifte: 23-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Wet Verdrag Chemische Wapens BES (14-09-2010, Stb. 444).
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit een inrichting als bedoeld in artikel 3, tweede of derde lid, van de wet, in bedrijf houdt, verstrekt binnen twee weken na dat tijdstip aan Onze Minister de volgende gegevens:
- a.
het adres en de kadastrale aanduiding van de inrichting;
- b.
een technische beschrijving van de inrichting, met inbegrip van een inventarislijst van de apparatuur.
2.
Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit handelingen verricht waarvoor een ontheffing als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel a, van de wet is vereist dient binnen twee weken na dat tijdstip een aan Onze Minister gerichte aanvraag om ontheffing in bij de douaneautoriteit op de BES. De artikelen 3 en 9, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
Degene die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit handelingen verricht waarvoor een ontheffing, als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel b, van de wet is vereist, dient binnen twee weken na dat tijdstip een aan Onze Minister gerichte aanvraag om ontheffing in bij de douaneautoriteit op de BES. De artikelen 4 en 9, derde en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
De artikelen 3 en 4 gelden niet zolang niet op de aanvraag om een ontheffing als in het tweede of derde lid bedoeld is beslist.