Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 910/2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG
Artikel 5 quinquies Bekendmaking van een lijst van gecertificeerde Europese portemonnees voor digitale identiteit
Geldend
Geldend vanaf 20-05-2024
- Bronpublicatie:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1183 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1183)
- Inwerkingtreding
20-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-04-2024, PbEU L 2024, 2024/1183 (uitgifte: 30-04-2024, regelingnummer: 2024/1183)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Privacy / Internationaal gegevensverkeer
Informatierecht / ICT-recht
1.
De lidstaten verstrekken de Commissie en de krachtens artikel 46 sexies, lid 1, opgerichte samenwerkingsgroep onverwijld informatie over de overeenkomstig artikel 5 bis verstrekte en door de in artikel 5 quater, lid 1, bedoelde conformiteitsbeoordelingsinstanties gecertificeerde Europese portemonnees voor digitale identiteit. Zij stellen de Commissie en de krachtens artikel 46 sexies, lid 1, opgerichte samenwerkingsgroep er onverwijld van in kennis als een certificering wordt geannuleerd en daarbij geven zij de redenen voor de annulering op.
2.
Onverminderd artikel 5 bis, lid 18, omvat de in lid 1 van dit artikel bedoelde door de lidstaten verstrekte informatie ten minste:
- a)
het certificaat en het certificeringsbeoordelingsverslag van de gecertificeerde Europese portemonnee voor digitale identiteit;
- b)
een beschrijving van het stelsel voor elektronische identificatie op grond waarvan de Europese portemonnee voor digitale identiteit wordt verstrekt;
- c)
de toepasselijke toezichtregeling en informatie over de aansprakelijkheidsregeling met betrekking tot de partij die de Europese portemonnee voor digitale identiteit verstrekt;
- d)
de autoriteit of autoriteiten die verantwoordelijk is respectievelijk zijn voor het stelsel voor elektronische identificatie;
- e)
regelingen voor de opschorting of intrekking van het stelsel voor elektronische identificatie of de authenticatie, of van de delen waarvan de integriteit geschonden is.
3.
Op basis van de overeenkomstig lid 1 ontvangen informatie stelt de Commissie een lijst van gecertificeerde Europese portemonnees voor digitale identiteit op, maakt zij de lijst in het Publicatieblad van de Europese Unie bekend en houdt zij deze in een machineleesbare vorm bij.
4.
Een lidstaat kan bij de Commissie een verzoek indienen om een Europese portemonnee voor digitale identiteit en het stelsel voor elektronische identificatie op grond waarvan hij is verstrekt, van de in lid 3 bedoelde lijst te verwijderen.
5.
Indien de overeenkomstig lid 1 verstrekte informatie wordt gewijzigd, verstrekt de lidstaat de Commissie de geactualiseerde informatie.
6.
De Commissie houdt de in lid 3 bedoelde lijst bij door de overeenkomstige wijzigingen in de lijst binnen een maand na ontvangst van een verzoek overeenkomstig lid 4 of van geactualiseerde informatie overeenkomstig lid 5 bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.
7.
Uiterlijk op 21 november 2024 stelt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen betreffende de uitvoering van Europese portemonnees voor digitale identiteit in de zin van artikel 5 bis, lid 23, de formaten en de procedures voor de toepassing van de leden 1, 4 en 5 van dit artikel vast. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.