Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2000/54/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan biologische agentia op het werk
Artikel 15 Diensten op het gebied van de gezondheidszorg en de diergeneeskunde met uitzondering van diagnoselaboratoria
Geldend
Geldend vanaf 06-11-2000
- Bronpublicatie:
18-09-2000, PbEG 2000, L 262 (uitgifte: 17-10-2000, regelingnummer: 2000/54/EG)
- Inwerkingtreding
06-11-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2000, PbEG 2000, L 262 (uitgifte: 17-10-2000, regelingnummer: 2000/54/EG)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
1.
Ten behoeve van de in artikel 3 bedoelde beoordeling moet speciaal aandacht worden besteed aan:
- a)
onzekerheid over de aanwezigheid van biologische agentia in het organisme van patiënten of van dieren en in de daaruit genomen materialen en monsters;
- b)
het risico van in het organisme van patiënten of van dieren en in de daaruit genomen materialen en monsters aanwezige of vermoede biologische agentia;
- c)
het aan de aard van het werk verbonden risico.
2.
In de diensten op het gebied van de gezondheidszorg en de diergeneeskunde dienen maatregelen te worden getroffen voor een adequate gezondheidsbescherming en beveiliging van de betrokken werknemers.
De maatregelen moeten onder meer bestaan uit:
- a)
de omschrijving van passende ontsmettings- en desinfectieprocedures; en
- b)
de uitwerking van procedures voor veilige omgang met en verwijdering van besmet afval.
3.
In isolatieafdelingen met patiënten of dieren die besmet zijn of zouden zijn met biologische agentia van groep 3 of 4, moeten uit bijlage V, kolom A, beheersingsmaatregelen worden gekozen om het infectiegevaar tot een minimum te beperken.