RvdW 2017/598
Geen immuniteit t.a.v. beledigende uitlatingen fractievoorzitster lokale politieke partij bij informeel overleg Werkgeverscommissie Alphen aan den Rijn.
HR 16-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:883
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05461
- Conclusie
A-Gmr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:883, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:336, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑10‑2016
- Wetingang
Art. 285 Sr; art. 22 en art. 84 lid 4 Gemw
Essentie
Geen immuniteit t.a.v. beledigende uitlatingen fractievoorzitster lokale politieke partij bij informeel overleg.
Strafbare belediging. Geen immuniteit voor fractievoorzitster lokale politieke partij nu het ging om uitlatingen tijdens een informeel overleg, zonder voorzitter en zonder notulist, binnen vergadering Werkgeverscommissie Alphen aan den Rijn. ’s Hofs oordeel dat dit overleg niet kan worden aangemerkt als een vergadering van een bestuurscommissie cfm art. 83 lid 4 Gemw — en dat verdachte dus aan het in die bepaling van overeenkomstige toepassing verklaarde art. 22 Gemw geen immuniteit kan ontlenen voor uitlatingen die zij tijdens dat overleg heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.