AB 2017/49
Sluitingsbevel aan horeca-inrichting als openbare orde maatregel is geen bestuurlijke sanctie. Combinatie sluitingsbevel met intrekking van vergunningen is niet punitief.
ABRvS 01-06-2016, ECLI:NL:RVS:2016:1520, m.nt. T.N. Sanders
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
1 juni 2016
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, M. Vlasblom, T.G.M. Simons
- Zaaknummer
201504476/1/A3
- Noot
T.N. Sanders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925436:1
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Exploitatievergunning (APV)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Horecarecht / Horeca-inrichting
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:1520, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 01‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Het gelijktijdig van kracht zijn van een besluit tot tijdelijke sluiting van de inrichting als openbare orde maatregel en een besluit tot intrekking van de voor de inrichting geldende vergunningen draagt geen punitief karakter. Impliciet oordeel dat de sluiting geen bestuurlijke sanctie is zodat art. 5:6 Awb niet van toepassing is.
Samenvatting
Uit de APV volgt niet dat gelijktijdige oplegging van de maatregelen tot sluiting van de horeca-inrichting en intrekking van de exploitatievergunning niet mogelijk is. Evenmin draagt deze combinatie van maatregelen een punitief karakter. De maatregelen hebben namelijk een verschillend doel. De sluiting van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.