Einde inhoudsopgave
Besluit tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen
Artikel 4:3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 505 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
1.
Degene die betaalt maakt daarbij op een door Onze Minister aangegeven wijze melding van de zaak waarop de betaling betrekking heeft.
2.
Indien niet op de aangegeven wijze melding is gemaakt van de zaak waarop de betaling betrekking heeft, kan Onze Minister het aan hem betaalde bedrag terugstorten op de rekening waarvan het bedrag afkomstig is, of anderszins het bedrag terugbetalen aan de persoon die heeft betaald.
3.
Voordat tot een terugbetaling wordt overgegaan, wordt op grond van artikel 6:1:13 van de wet nagegaan of degene die de betaling heeft verricht nog tot betaling van een geldsom is verplicht. Indien degene meerdere openstaande vorderingen heeft, wordt bij de bestemming van de gelden op de openstaande vorderingen de bij ministeriële regeling bepaalde volgorde in acht genomen.