NJB 2015/1424:Bewijs van het tenlastegelegde op basis van enkel een door een opsporingsambtenaar op ambtseed opgemaakt proces-verbaal, art. 344 lid 2 Sv: deze bepaling maakt geen uitzondering voor feiten die tegen de opsporingsambtenaar zelf zijn gepleegd. Gelet op art. 338 Sv staat het de rechter wel vrij een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar niet tot het bewijs te laten meewerken ingeval hij – bijvoorbeeld omdat het strafbare feit tegen de opsporingsambtenaar zelf is gepleegd – onvoldoende ervan overtuigd is dat het proces-verbaal voldoende betrouwbaar is. Ingeval over de betrouwbaarheid van een proces-verbaal in de zin van art. 344 lid 2 Sv in overeenstemming met art. 359 lid 2 Sv door de verdediging echter een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt is ingenomen, is de rechter indien hij in zijn vonnis afwijkt van dit standpunt door dat bewijsmiddel toch tot het bewijs te bezigen, gehouden in het bijzonder de redenen op te geven die daartoe hebben geleid