FED 2023/95
Remittance-bepaling van het verdrag met Malta: verdragsvoordelen kunnen ook voor inkomsten uit derde landen worden ontzegd.
HR 01-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:974, m.nt. mr. H. Lohuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 juli 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Fierstra, Faase, Cools, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/03826
- Noot
mr. H. Lohuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS712304:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Anti-misbruik
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:974, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:311, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑11‑2020
- Wetingang
Art. 2 lid 5 Belastingverdrag Nederland-Malta 1977
Essentie
Remittance-bepaling van het verdrag met Malta: verdragsvoordelen kunnen ook voor inkomsten uit derde landen worden ontzegd.
Samenvatting
BV, belanghebbende, is feitelijk op Malta gevestigd en heeft een vordering op een in Zwitsersland woonachtige aandeelhouder waarop rente aangroeit. De in 2013 verschuldigd geworden rente is niet overgemaakt, waardoor de remittance-bepaling in het verdrag met Malta verdragsvoordelen zou kunnen ontzeggen. De vraag is of de remittance-bepaling ook geldt voor inkomsten uit derde landen, zoals in casus rente uit Zwitserland. Verder is de vraag of de remittance-bepaling ook van toepassing is op inkomsten die zonder toepassing van de remittance-bepaling slechts op Malta ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.