Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 12-07-1997
- Bronpublicatie:
04-07-1997, Stcrt. 1997, 129 (uitgifte: 10-07-1997, regelingnummer: 639329/97/6)
- Inwerkingtreding
12-07-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-07-1997, Stcrt. 1997, 129 (uitgifte: 10-07-1997, regelingnummer: 639329/97/6)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Van het verbod van artikel 31, vierde lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het overdragen aan personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt van degens, lucht-, gas-, en veerdrukwapens van categorie IV, en van kruisbogen, een en ander met het oog op in verenigingsverband beoefende sporten.
2.
De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt voorzover het lucht-, gas-, of veerdrukwapens betreft uitsluitend indien:
- a.
de persoon aan wie de in het eerste lid bedoelde voorwerpen worden overgedragen een verklaring, die niet ouder is dan veertien dagen, van het bestuur van de vereniging overlegt, waaruit blijkt dat hij tenminste 3 maanden lid is van een schietvereniging, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g, van deze regeling;
- b.
het betreft lucht-, gas- en veerdrukwapens die zijn toegelaten in het Schiet- en wedstrijdreglement van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie; en
- c.
de onder a bedoelde verklaring door degene die het wapen overdraagt in ontvangst wordt genomen, welke verklaring, nadat de datum van overdracht daarop door hem is aangetekend, tenminste vijf jaar na de overdracht van het wapen wordt bewaard.
3.
Buiten het geval bedoeld in het tweede lid geldt de vrijstelling in het eerste lid slechts indien:
- a.
de persoon aan wie de in het eerste lid bedoelde voorwerpen worden overdragen[lees: overgedragen] een verklaring, die niet ouder is dan veertien dagen, van het bestuur van de vereniging overlegt waaruit blijkt dat:
- 1°
die vereniging de serieuze sportbeoefening met een of meer van het over te dragen voorwerp tot doel heeft; en
- 2°
de in het eerste lid bedoelde persoon lid is van die vereniging; en
- b.
de onder a bedoelde verklaring door degene die het wapen overdraagt in ontvangst wordt genomen, welke verklaring, nadat de datum van overdracht daarop door hem is aangetekend, tenminste vijf jaar na de overdracht van het wapen wordt bewaard.