RvdW 2017/898
Opzetheling telefoon. Bewijsklacht dat verdachte ten tijde van verwerving en voorhanden hebben van telefoon niet wist dat deze van misdrijf afkomstig was. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1315
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 juli 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/05791
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1315, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:635, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2017
Essentie
Opzetheling telefoon. Bewijsklacht dat verdachte ten tijde van verwerving en voorhanden hebben van telefoon niet wist dat deze van misdrijf afkomstig was. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 1 december 2015, nummer 23/003896-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. E.G.C. Groenendaal, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E.Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 1 december 2015 door het gerechtshof Amsterdam wegens “opzetheling”, veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek. Voorts heeft het hof beslist ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.