Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
09-12-2021, Stcrt. 2021, 48344 (uitgifte: 24-12-2021, regelingnummer: WBV 2021/22)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-12-2021, Stcrt. 2021, 48344 (uitgifte: 24-12-2021, regelingnummer: WBV 2021/22)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Middelen van bestaan
De IND neemt aan dat de vreemdeling zelfstandig en duurzaam beschikt over voldoende middelen van bestaan in de zin van artikel 3.74, eerste lid, Vb juncto artikel 3.19, eerste lid, VV als het UWV een positief advies heeft afgegeven voor de te verrichten arbeid.
Young Workers Exchange Program
De IND neemt aan dat de vreemdeling voldoet aan artikel 3.39, aanhef en onder a, Vb als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
- •
de vreemdeling is Canadees onderdaan;
- •
de vreemdeling is ten minste achttien jaar en niet ouder dan dertig jaar; en
- •
de vreemdeling studeert of is op het moment van de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd niet langer dan twaalf maanden geleden afgestudeerd.
Actieprogramma van de Europese Unie
Wanneer het lerend werken plaatsvindt in het kader van een actieprogramma van de Europese Unie dan hoeft de werkgever op grond van artikel 3.4 van het BuWav niet te beschikken over een TWV. Er hoeft in dit geval geen GVVA te worden aangevraagd.
De IND verleent de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als de vreemdeling:
- •
tijdelijk arbeid verricht in het kader van een actieprogramma van de Europese Unie; en
- •
met inbegrip van de stagevergoeding beschikt over een inkomen van tenminste 50% van het minimum(jeugd)loon, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Hierbij wordt rekening gehouden met eigen middelen, zoals beurzen.