De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/17.1:17.1 Insolventie en overlijden van de dwangsomdebiteur
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/17.1
17.1 Insolventie en overlijden van de dwangsomdebiteur
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS374330:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In geval van een onmogelijkheid die niet van blijvende aard is, kan krachtens het in het vorige hoofdstuk besproken art. 611d Rv opschorting van de looptijd van de dwangsomveroordeling plaatsvinden. Op grond van de Beneluxregeling bestaan daarnaast twee bijzondere gevallen waarin tijdelijk aan de dwangsomveroordeling haar werking kan worden ontnomen. Het betreft in de eerste plaats de hierna te beschrijven gevallen van insolventie van de dwangsomdebiteur, in de tweede plaats het geval waarin de dwangsomdebiteur overlijdt. In geval van overlijden van de dwangsomdebiteur bestaat bovendien een mogelijkheid tot wijziging van de dwangsom-veroordeling. De regelingen die op de genoemde gevallen betrekking hebben, zijn in art. 611e Rv respectievelijk art. 611ƒRv neergelegd. In dit hoofdstuk geef ik de essentie van de beide regelingen kort weer, voor zover deze een begrenzing van het definitief karakter van de dwangsomveroordeling vormen.