Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 14 [Geschilpunt van burgerlijk recht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1926
- Redactionele toelichting
Bij de tekstplaatsing zijn de artikelen vernummerd in 1 t/m 592.
- Bronpublicatie:
30-07-1925, Stb. 1925, 343 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
15-01-1921, Stb. 1921, 14 (uitgifte: 28-01-1921, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1926
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
04-12-1925, Stb. 1925, 465 (uitgifte: 01-01-1925, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
Indien de waardeering van het te laste gelegde feit afhangt van de beoordeeling van een geschilpunt van burgerlijk recht, kan de rechter, in welken stand der vervolging ook, de vervolging voor een bepaalden tijd schorsen, ten einde de uitspraak van den burgerlijken rechter over het geschilpunt af te wachten.
2.
De schorsing kan telkens voor een bepaalden tijd worden verlengd en te allen tijde worden opgeheven.