Het deskundigenadvies in de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.6.3:4.6.3 Inhoud en reikwijdte van het deskundigenonderzoek volgens de opdracht
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.6.3
4.6.3 Inhoud en reikwijdte van het deskundigenonderzoek volgens de opdracht
Documentgegevens:
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS441361:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met de regels dat de rechter die een deskundigenonderzoek gelast, de opdracht aan de deskundige formuleert na overleg met partijen (art. 194 lid 1 en 2 Rv) en dat de deskundige het onderzoek zelfstandig of onder leiding van de rechter kan verrichten (art. 198 lid 2 Rv), is niet zonder meer duidelijk waartoe het deskundigenonderzoek zich mag uitstrekken. Hiervoor bestaan niet of nauwelijks (nadere) regels.
De rechter behoort erop toe te zien dat met het deskundigenadvies niet is of wordt getreden buiten de regels met behulp waarvan de omvang van de rechtsstrijd en de bewijslevering wordt bepaald (art. 24 Rv, art. 149 Rv). Voor de deskundige is de opdracht richtinggevend.
De opdracht pleegt in de huidige praktijk te bestaan uit de vragen die de deskundige dient te beantwoorden en instructies van procedurele aard. De deskundige dient meestal zelf uit de vragen in samenhang met de processtukken af te leiden welke feiten in het deskundigenonderzoek zijn betrokken, en welke daarvan tussen partijen vaststaan en in geschil zijn.
Onduidelijk is of de eenmaal verstrekte opdracht op initiatief van de deskundige kan worden gewijzigd, en of de rechter in een wijziging moet worden betrokken. De deskundige kan tijdens het onderzoek tot de conclusie komen dat ook andere feiten relevant zijn dan de feiten waarop de opdracht betrekking heeft, bijvoorbeeld volgens normen op zijn vakgebied of (anderszins) uit het oogpunt van waarheidsvinding. Het is niet duidelijk of hij die andere feiten in het onderzoek mag betrekken en, zo ja, of hij daartoe de instemming van partijen en/of de rechter nodig heeft. Een andere vraag is of een deskundige zich binnen de grenzen van de opdracht mag laten bijstaan door derden, bijvoorbeeld omdat de inhoud en reikwijdte van de opdracht zijn vakgebied deels te buiten gaan en hij wil voldoen aan zijn verplichting om de aanvaarde opdracht te voltooien. Dit komt in par. 5.6 aan de orde.