RvdW 2018/352
Strafzaak wegens strafbare feiten ter zake van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). Nationale wetgeving waarbij verjaringstermijnen worden vastgesteld die tot gevolg kunnen hebben dat delicten onbestraft blijven. Aantasting van de financiële belangen van de Europese Unie. Verplichting om bepalingen van nationaal recht die afbreuk kunnen doen aan de krachtens het Unierecht op de lidstaten rustende verplichtingen, buiten toepassing te laten. Legaliteitsbeginsel inzake delicten en straffen.
HvJ EU 05-12-2017, ECLI:EU:C:2017:936
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
5 december 2017
- Magistraten
K. Lenaerts, A. Tizzano, L. Bay Larsen, T. von Danwitz, J.L. da Cruz Vilaça, C. G. Fernlund, C. Vajda, A. Borg Barthet, J.-C. Bonichot, A. Arabadjiev, M. Safjan, F. Biltgen, K. Jürimäe, M. Vilaras, E. Regan
- Zaaknummer
C-42/17
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2017:936, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 05‑12‑2017
- Wetingang
Art. 325 VWEU
Essentie
M.A.S., M.B. in tegenwoordigheid van Presidente del Consiglio dei Ministri.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte costituzionale (grondwettelijk hof, Italië) bij beslissing van 23 november 2016.
Strafzaak wegens strafbare feiten ter zake van de belasting over de toegevoegde waarde (btw). Nationale wetgeving waarbij verjaringstermijnen worden vastgesteld die tot gevolg kunnen hebben dat delicten onbestraft blijven. Aantasting van de financiële belangen van de Europese Unie. Verplichting om bepalingen van nationaal recht die afbreuk kunnen doen aan de krachtens het Unierecht op de lidstaten rustende verplichtingen, buiten toepassing te laten. Legaliteitsbeginsel inzake delicten en straffen.