Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 8.47
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-10-2023, Stb. 2023, 376 (uitgifte: 27-10-2023, kamerstukken: 36367)
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
In het luchthavenbesluit worden ten behoeve van de ruimtelijke indeling van het gebied van en rond de luchthaven, het luchthavengebied en het beperkingengebied vastgesteld.
2.
De artikelen 8.5, derde tot en met vijfde lid, 8.6, 8.7, eerste en derde lid, en 8.8 tot en met 8.11 zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in artikel 8.9, tweede lid, wordt verleend door gedeputeerde staten en in het geval, bedoeld in artikel 8.8, tweede lid, toepassing kan worden gegeven aan de artikelen 2.22 en 4.16, eerste lid, van de Omgevingswet.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent de in luchthavenbesluiten op te nemen regels omtrent de vaststelling van het luchthavengebied en het beperkingengebied. Deze maatregel stelt ten aanzien van het beperkingengebied in ieder geval regels ten aanzien van:
- a.
de functie en het gebruik van de locatie in verband met het externe-veiligheidsrisico vanwege het luchthavenluchtverkeer;
- b.
de functie en het gebruik van de locatie in verband met de geluidbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer;
- c.
de functie en het gebruik van de locatie waaronder begrepen de maximale hoogte van objecten op of boven de locatie, in verband met de vliegveiligheid.
4.
De voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.