RBP 2018/24
Rechtsmiddelenverbod. Staat er een gewoon rechtsmiddel open tegen een beslissing van de rechter commissaris betreffende een in faillissement aangeboden akkoord aan schuldeisers en zo ja, wat is dan de termijn voor het instellen van dat rechtsmiddel?
HR 08-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3110
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05741
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- JCDI
JCDI:ADS928426:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3110, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:885, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Faillissementsrecht. Rechtsmiddelenverbod. Doorbrekingsgrond. Termijn rechtsmiddel.
Staat er een gewoon rechtsmiddel open tegen een beslissing van de rechter commissaris betreffende een in faillissement aangeboden akkoord aan schuldeisers en zo ja, wat is dan de termijn voor het instellen van dat rechtsmiddel?
Samenvatting
Aan verzoeker tot cassatie is definitief surseance van betaling verleend. Op 5 oktober 2016 heeft ten overstaan van een rechter-commissaris een vergadering van schuldeisers plaatsgevonden, waarbij de rechter-commissaris onder meer een op art. 268a Fw gebaseerd verzoek heeft afgewezen. Van deze vergadering is proces-verbaal opgemaakt, dat aan belanghebbenden ter beschikking is gesteld. Verzoeker heeft op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.