V-N 2019/34.22
Door partiële terugwijzing niet langer mogelijk om onherroepelijke (deel)oordelen hof aan te vechten
HR 12-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1084, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juli 2019
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten
- Zaaknummer
18/02955
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68729:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1084, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:276, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2019
- Wetingang
art. 8:113 en 8:115 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de verenigbaarheid van de wettelijke BPM-regeling met het EU-recht in de onderhavige cassatieprocedure niet alsnog kan worden getoetst. X bv heeft tegen de terugwijzingsuitspraak namelijk geen beroep in cassatie ingesteld.
Samenvatting
X bv doet BPM-aangifte voor diverse personenauto’s met schade. Volgens Rechtbank Den Haag maakt X bv niet aannemelijk dat de waardeverminderingen meer zijn dan 72% van de herstelkosten, met de motivering dat X bv zich slechts in algemene bewoordingen tegen de 72%-norm heeft verzet. Het hof wijst de zaak terug, omdat mogelijk onvoldoende acht was geslagen op taxatierapporten, schadecalculaties en beeldmateriaal van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.