NJ 1936/616
Plaatselijk gebruik bij het huren van landbouwersknechts op Schouwen en Duiveland.
HR 25-10-1935, ECLI:NL:HR:1935:75
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 1935
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, van Gelein Vitringa, Polak, Nypels, Servatius
- Zaaknummer
[251935/NJ_1936-616]
- Conclusie
Mr. Besier
- JCDI
JCDI:ADS129648:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1935:75, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑1935
- Wetingang
(BW art. 1639e.)
Essentie
Plaatselijk gebruik bij het huren van landbouwersknechts op Schouwen en Duiveland.
Samenvatting
[Gesteld is, dat, wanneer niet in November wordt opgezegd, de overeenkomst voor een jaar van 1 Mei tot 1 Mei wordt voortgezet. De tegenpartij stelt, dat het gebruik te Renesse medebrengt, dat, wanneer in November niets wordt gezegd, de dienstbetrekking 1 Mei d.a.v. is geëindigd. Twee groepen getuigen. Bewijs van het gestelde niet bewezen geoordeeld].
Voor de stelling van het cassatiemiddel, dat de werkgever het door eischer gestelde plaatselijk gebruik zoude hebben gekend, is in de vonnissen geenerlei steun te vinden. In het vonnis is niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.