NJ 2016/258
Opzet op dood ontoereikend gemotiveerd.
HR 19-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:691, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02211
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154053:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:691, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑10‑2015
- Wetingang
Art. 287 Sr
Essentie
Het hof heeft geoordeeld dat ‘de handelingen die de verdachte naar eigen zeggen (…) met dat mes in de hand heeft uitgevoerd (…) naar hun uiterlijke verschijningsvorm [kunnen] worden aangemerkt als zijnde zo zeer gericht op de dood van S. dat het niet anders kan zijn dan dat het opzet van de verdachte op de dood van S. gericht is geweest’. In aanmerking genomen dat de bewijsvoering met betrekking tot het steken in de buik niet meer inhoudt dan dat — kort gezegd — S. in het mes is gelopen dat de verdachte voor zich hield op het moment ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.