Prg. 2018/281
Feiten en omstandigheden die zich voordoen na (de aanzegging van) het einde van de arbeidsovereenkomst kunnen ook van belang zijn voor het recht op een billijke vergoeding.
HR 19-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1979
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/04904
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1979, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 9 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Zijn feiten, die na aanzegging einde arbeidsovereenkomst plaatsvinden, van belang voor het bepalen van de hoogte van een billijke vergoeding?
Ja. Er kan ook gewicht toekomen aan feiten en omstandigheden die zich voordoen in de periode tussen de aanzegging door werkgever en het einde van rechtswege. Ook kan gewicht toekomen aan feiten en omstandigheden die zich na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst hebben voorgedaan.
Samenvatting
Werkgever zegt het einde van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan en stelt werknemer tot einddatum op non-actief. Werknemer verzoekt billijke vergoeding op grond van art. 7:673 lid 9 BW. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.