Einde inhoudsopgave
Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers
Artikel 14 Nadere regels
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid (V)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid ouderen (V)
Sociale zekerheid nabestaanden (V)
Sociale zekerheid werkloosheid (V)
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over:
- a.
de opbouw van aanspraken op pensioen waaronder de indexering daarvan;
- b.
de in aanmerking te nemen dienstjaren en het in aanmerking te nemen opbouwpercentage;
- c.
de bepaling van de pensioengrondslag, de in aanmerking te nemen bezoldiging waaronder de indexering daarvan en de franchise;
- d.
het bepalen van het pensioen;
- e.
de herrekening, bedoeld in artikel 13e, tweede lid;
- f.
de beperkingen die bij toepassing van artikel 13e, derde lid, in acht worden genomen en de herrekening die bij die toepassing wordt gehanteerd;
- g.
de verhoging van het pensioen door omzetting van partnerpensioen, waaronder de daarbij te hanteren ruilvoet;
- h.
de verlaging van het pensioen door omzetting in partnerpensioen, waaronder de daarbij te hanteren ruilvoet en de bepaling van dat partnerpensioen;
- i.
de verlaging van het pensioen na verlaging van pensioenaanspraken en pensioenen door het pensioenfonds ABP overeenkomstig artikel 134 van de Pensioenwet;
- j.
de afkoop en de waardeoverdracht van een klein pensioen;
- k.
overige aspecten in het belang van een goede vaststelling en uitkering van het pensioen.
2.
Krachtens de maatregel, bedoeld in het eerste lid, kunnen nadere regels worden gesteld over de aanpassing van in de maatregel genoemde bedragen.
3.
Bij deze regels worden de voorwaarden en maxima in acht genomen die op grond van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, gelden voor een op een middelloonstelsel gebaseerd ouderdomspensioen.