Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2017/625 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen (verordening officiële controles)
Artikel 97 Aanwijzing van referentiecentra van de Europese Unie voor de authenticiteit en de integriteit van de agro-voedselketen
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2017
- Bronpublicatie:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Inwerkingtreding
27-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-03-2017, PbEU 2017, L 95 (uitgifte: 07-04-2017, regelingnummer: 2017/625)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Dierenrecht / Veehouderij
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentiecentra van de Europese Unie aanwijzen die de activiteiten van de Commissie en de lidstaten ter voorkoming, opsporing en bestrijding van via frauduleuze of bedrieglijke praktijken begane schendingen van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels ondersteunen.
2.
De in lid 1 bedoelde aanwijzing:
- a)
volgt op een openbare selectieprocedure, en
- b)
is beperkt in de tijd of wordt regelmatig geëvalueerd.
3.
De referentiecentra van de Europese Unie voor de authenticiteit en de integriteit van de agro-voedselketen:
- a)
handelen onpartijdig wat betreft de uitoefening van hun taken als referentiecentrum van de Europese Unie;
- b)
beschikken over een hoog niveau van wetenschappelijke en technische deskundigheid op de gebieden waarop de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels van toepassing zijn en op het vlak van toegepast forensisch onderzoek op die gebieden, en zijn dus in staat op hoogste niveau onderzoek te verrichten en te coördineren op het gebied van authenticiteit en integriteit van goederen, en de methoden voor de vaststelling van via frauduleuze of bedrieglijke praktijken begane schendingen van de in artikel 1, lid 2, bedoelde regels te ontwikkelen, toe te passen en goed te keuren;
- c)
beschikken over naar behoren gekwalificeerde personeelsleden die behoorlijk zijn opgeleid op de onder b) bedoelde gebieden, alsook over het nodige ondersteunend personeel;
- d)
beschikken over of hebben toegang tot de infrastructuur, uitrusting en producten die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de hun toegewezen taken, en
- e)
zorgen ervoor dat hun personeelsleden goede kennis van de internationale normen en praktijken inzake de onder b) bedoelde gebieden hebben en dat bij hun werk rekening wordt gehouden met de laatste onderzoeksontwikkelingen op nationaal, uniaal en internationaal niveau op die gebieden.