NJ 1963/276
„Volgen" in de zin van art. 96 Sv. Bij zaakbeschadiging: geen opzet vereist op de wederrechtelijkheid, doch wel op het geheel of ten dele aan een ander toebehoren.
HR 29-01-1963, ECLI:NL:HR:1963:87, m.nt. Mr. A.L.M. van Berckel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 januari 1963
- Magistraten
Mrs. Feber, Westerouen van Meeteren [Rapp.], Kazemier, Eijssen, de Meijere
- Zaaknummer
[29011963/NJ_1963-276]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Mr. A.L.M. van Berckel
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139614:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:87, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑01‑1963
- Wetingang
Essentie
„Volgen" in de zin van art. 96 Sv. Bij zaakbeschadiging: geen opzet vereist op de wederrechtelijkheid, doch wel op het geheel of ten dele aan een ander toebehoren.
Samenvatting
Uit den inhoud der bewijsmiddelen kon door den rechter worden afgeleid, dat de politie-ambtenaren in den tuin van het perceel C.kade .... hebben waargenomen, dat in het perceel C.kade .... twee mannen bezig waren met een buks de appels van den bewoner van eerstgenoemd perceel te vernielen, welke bevinding inhield de ontdekking op heterdaad van een door die mannen gepleegd strafbaar feit. Onder deze omstandigheden waren de opsporingsambtenaren bevoegd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.