JOW 2017/39
Benadeelde partij, voordeelsberekening/ontnemingsbedrag, procesrecht overgangsrecht, wetswijziging
HR 26-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2496
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Van Schendel, Buruma, Van den Brink
- Zaaknummer
16/02930 P
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2496, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:968, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2016
- Wetingang
Art. 36e Sr; art. 1 Sr
Essentie
Overgangsrecht bij ontneming en onherroepelijk toegekende vorderingen van benadeelde partijen
Samenvatting
De wijziging van artikel 36e Sr per 1 januari 2014 en per 1 januari 2015 in art. 36e (thans) lid 9 Sr houdt een wijziging van wetgeving in ten aanzien van de toepasselijke regels van sanctierecht. In een dergelijk geval dient op grond van art. 1 lid 2 Sr bij verandering van wetgeving na het tijdstip waarop het feit is begaan, de voor de betrokkene meest gunstige bepaling te worden toegepast. Als gevolg van de toevoeging van het vereiste dat de in rechte toegekende vorderingen van benadeelde derden alsmede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.